logo_HV_2022_25jrLR

Maartnummer (2019) van ‘Rond Leidsche Rijn en Vleutensche Wetering’

door | 20 maart 2019 | Tijdschriften

Donderdag 28 maart zal alweer het voorjaarsnummer van ‘Rond Leidsche Rijn en Vleutensche Wetering’ verspreid worden onder onze leden.

 

 

Deze editie bevat weer een groot aantal interessante artikelen waaronder:

  • ‘Oorlogsverhalen van getuigen’ door J. Schutte
  • ‘Letterlijke weergave van de uit de Amsterdamse Weteringschansgevangenis gesmokkelde briefjes van Martin Mulder;  17-3 t/m 1-5-1945’ van M. Mulder
  • ‘Oorlogsverhaal Martin Mulder’ door W. Mulder en J. Schutte.

Verder uiteraard onze vaste columns en rubrieken.

De deadline voor de zomereditie is maandag 27 mei.

 

 

‘Oorlogsverhalen van getuigen’ door J. Schutte

[….] De dierenarts, professor dr Beijers, een goede kennis van de ouders van dokter Lambers, woonde in de gemeente Oudenrijn en wist wel een vacante huisartsenpost voor Lambers in De Meern/Veldhuizen. Zodoende is het gezin Egbert Lambers sr. in De Meern/Veldhuizen terecht gekomen. (Voorbij de Achtkantenmolenvliet richting Harmelen heette het vóór 1954 gemeente Veldhuizen!). De voormalige gemeentes Oudenrijn en Veldhuizen lagen langs de in 1939 provisorisch gereed gekomen rijksweg Utrecht-Den Haag. Door het begin van de Tweede Wereldoorlog in mei 1940 lag de afbouw ervan even stil, maar de bezetter vond deze rijksweg ‘Kriegswichtig’ en men nam al snel de werkzaamheden weer op, omdat dit voor hen een cruciale verbindingsweg was. In de volksmond werd de Rijksweg 12 al snel omgedoopt tot ‘Hazenpad’, ingegeven door de wens, dat de bezetters hierlangs maar snel weer zouden vertrekken richting hun Heimat. […] Lees verder in het maartnummer.

‘Letterlijke weergave van de uit de Amsterdamse Weteringschansgevangenis gesmokkelde briefjes van Martin Mulder;  17-3 t/m 1-5-1945’ van M. Mulder

-1. Amsterdam, 17 maart 1945, Lieve Mama , Gerard, Bennij, Wim en Josje, Beste Rica, Mama hoe gaat het met je sinds de nooit te vergeten Zaterdag?? In Utrecht heb ik verschillende malen de groeten van je gekregen, waar ik erg blij mee was. Ik ben Vrijdagavond met Wim naar de Wetering schans in A. gebracht en wachten maar rustig af, in Utrecht zijn we 2 keer voor geweest in verhoor bij die aardige mijnheer die mij kwam halen. J. van Rossum is al eerder uit Utr. vertrokken en waar hij heen is weten wij niet… 

-De tucht is hier wel aanwezig,  je ben tussen Landwacht of Weermacht.  In Utr. heb ik in de Cel gezeten met een vriend van Vik Roodhaan uit Nijmegen (een Wim Verbeek, WM) en we hebben van Zaterdag- tot Vrijdagmiddag tezamen onze tijd doorgebracht met bidden en praten. Het is niet onmogelijk dat we nog in de streek komen van Tante Coba of de Fam.Poppe of v. Bremen, dan zal ik nog wel een kansje benutten. Verder zullen we maar op O.L.H. vertrouwen…

-Verder lieve Mama hoop ik, dat je deze brief spoedig zult ontvangen. Mijn Cel is No. A.3/19. Maak over mij geen zorgen, Zeg doe vooral de groeten aan Jo en Toos en Pastoor en Kaplaan en de Zusters. Vele kussen van Pappa, ook voor de jongens en vooral Josje.  Lees verder in het maartnummer.

‘Oorlogsverhaal Martin Mulder’ door W. Mulder en J. Schutte.

[…] In 2017 overleed een broer van Wim Mulder, Ben Mulder uit Harmelen. Uit zijn nalatenschap kwamen onverwachts  negen briefjes tevoorschijn die vader Martin Mulder via de vuile was naar buiten wist te smokkelen vanuit de Weteringschansgevangenis/ Huis van Bewaring I in Amsterdam. Ze illustreren op een treffende manier het verhaal uit 2005. Mulder sr. was als gearresteerde verzetsman op vrijdagavond 16 maart 1945 van het Wolvenplein in Utrecht naar Amsterdam overgebracht kennelijk met de bedoeling hem voor het vuurpeloton terecht te stellen. Van die angstige dagen in een Amsterdamse dodencel volgt hier een verslag aan de hand van de ontcijferde negen briefjes. Er komen 73 jaar na het laatste oorlogsjaar niet vaak meer geschreven ervaringen uit Duitse gevangenschap boven water, zodat dit wel een bijzondere ontdekking genoemd mag worden. Maar eerst een samenvatting van het verhaal van de op een na jongste zoon, Wim Mulder, uit 2005. Zaterdag 10 maart 1945 “Op die datum omstreeks 9 uur in de ochtend stopte een Duitse personenauto voor ons huis in Harmelen (Dorpsstraat A.64) met daarin een overvalcommando van de Duitse Sicherheits Dienst onder leiding van SD-officier Otto Kempin. Verzetsman Martin Mulder liet net een bezoeker uit en op de vraag van de SD-man of hij Mulder is gaf hij een nietszeggend antwoord. Kempin liep daarop naar achter ons huis, terwijl andere Duitse soldaten ons huis in de gaten hielden. […] Lees verder in het maartnummer.

 


 

Voorpagina maart 2019