De parkachtige omgeving van kasteel De Haar leende en leent zich uitermate goed voor de beoefening van vele sporten. Er hadden een mini-Olympische Spelen kunnen plaatsvinden. Zo werd verbaal en beeldend duidelijk uit de lezing van Peter-Eloy Staal en Ad van Zoeren op...
Septembernummer (2024) van ‘Rond Leidsche Rijn en Vleutensche Wetering’
Het derde kwartaaltijdschrift van 2024 verschijnt binnenkort. Hierin weer interessante artikelen waaronder: Door: Arthur van der Leij Den Hoet en de Steene Camer Graag neem ik de lezer mee naar de Vleutense Baan bij het laatste stoplicht voor Leidsche Rijn...
Rapunzelfestival bij de Hamtoren smaakt naar meer
Met een drijvend podium in de slotgracht, de toren als stralend middelpunt en artiesten als onder andere singer-songwriter Gavig James, Maartje en Kine en rapper Brainpower werd het een spectaculair festival. Het idee voor Rapunzel ontstond nadat er open dagen bij de...
Juninummer (2024) van ‘Rond Leidsche Rijn en Vleutensche Wetering’
Het tweede kwartaaltijdschrift van 2024 verschijnt op 20 juni. Hierin weer interessante artikelen waaronder: Door: Gedo en Veronique Voorn Van Doorn Staalconstructie aan de Zandweg 25 De Meern Aan de Zandweg 25 te De Meern (nu postcode Utrecht) is jarenlang een...
Voortgang Digitalisering van onze bestanden
Oplettende bezoekers van de website van de Historische Vereniging zal het niet ontgaan zijn dat er al geruime tijd een knop COLLECTIEBANK op de homepage staat. En die staat er niet zo maar, er is de afgelopen jaren op de achtergrond hard gewerkt aan het digitaliseren...
Maartnummer (2024) van ‘Rond Leidsche Rijn en Vleutensche Wetering’
Het eerste kwartaaltijdschrift van 2024 verschijnt op 28 maart. Hierin weer interessante artikelen waaronder: Door: Veronique Voorn-Verkleij Sport in Vleuten-De Meern in de jaren 60 en 70 Sport is van alle tijden. Ook in de oude dorpen Vleuten, De Meern en...
In memoriam Wim Mulder (1933-2024)
Helaas moet de Historische Vereniging in korte tijd wederom één van de pijlers van onze vereniging missen. Op 90-jarige leeftijd is op 14 maart ons energiek, betrokken, gedreven, enthousiast en vrolijk Lid van Verdienste Wim Mulder overleden. Wim Mulder was vanaf...
In memoriam Jan de Jonge (1937-2024)
“Niets blijft, alles gaat voorbij” citeerde onze oud-voorzitter Jan de Jonge de filosoof Solon die rond 600 in Athene leefde en werkte. Helaas is op 87 jarige leeftijd één van de steunpilaren van onze vereniging, oud-voorzitter en Lid van Verdienste Jan de Jonge...
Tentoonstelling “25 jaar Leidsche Rijn” in Bij de Buren
Op 28 december werd in Buurtcentrum Bij de Buren (Eerste Oosterparklaan 76) in Utrecht Leidsche Rijn onze tentoonstelling geopend over 25 jaar Leidsche Rijn. Deze tentoonstelling was eerder te zien in de Broederschapshuisjes in Vleuten. Een reeks panelen geeft met...
Decembernummer (2023) van ‘Rond Leidsche Rijn en Vleutensche Wetering’
Het tijdschrift van december 2023 is uit. Hierin weer interessante artikelen waaronder: Door Jan Wingelaar De aanleg van de nutsvoorzieningen (1) Elektra Na de zevende haarspeldbocht in de canon van Leidsche Rijn staat onder het bolletje met daarin een foto van...
Maandag 20 januari 2025: Lezing “Vleuten, de Meern en Haarzuilens voor het eerst in beeld.” door Sander Wassing (YouTube)
Vensters op de dorpen in de achttiende eeuw
De achttiende eeuw staat symbool voor achteruitgang en verval. De Gouden Eeuw van de Republiek der Nederlanden met haar onbegrensde mogelijkheden was voorbij. Toch was het ook de eeuw waarin verzamelaars de basis hebben gelegd voor alles wat vandaag de dag in onze nationale musea te zien is. Het is de eeuw van de topografische tekeningen, etsen en gravures. Vleuten, De Meern en Haarzuilens werden toen voor het eerst vereeuwigd in woord en beeld.
Kunstenaars gingen op zoek naar het roemruchte verleden van de Republiek en vonden dit in het Hollandse landschap, oude gebouwen en historisch belangrijke plaatsen. Ze zwermden, vaak onder de vleugels van een rijke mecenas, uit over het land en legden alles tekenend en beschrijvend vast. Ook de dorpen en heerlijkheden in de regio zijn bezocht en vastgelegd in onder andere het jaar 1744 door de Amsterdamse kunstenaar Hendrik Spilman. Het resultaat van een bezoek aan De Meern zien we hieronder. Ook Vleuten was een bezoek waard, zo lezen we in de Tegenwoordige Staat der Verenigde Nederlanden (1772): ‘De huizen zijn meestal van steen, waardoor het een fraai aanzien heeft. Ook ligt het rondom in vele luchtige boomgaarden. Wyders is dit dorp vermaard wegens het smaaklyke bier dat er gebrouwen wordt.’
Er was veel vraag naar de vruchten van deze tekenaars. Notabelen verzamelden gretig prenten, beschrijvingen en andere ‘rariteiten’ die uitingen waren van de Republiek zoals het eens was en in het verlengde daarvan, van Gods’ gemanifesteerde almacht. Welke beeldende en beschrijvende vensters op de dorpen zijn bewaard gebleven? Wat merkte men hier van de maatschappelijke turbulentie die eigen is aan de achttiende eeuw? Is wat we zien waarheidsgetrouw?
Deze vragen staan centraal gedurende de lezing door historisch onderzoeker Sander Wassing.
Datum: maandag 20 januari 2024, aanvang 20:00 uur, inloop vanaf 19:30 uur
De link naar de presentatie op YouTube staat in de ticket
Deelname € 5,00. Leden Historische Vereniging gratis.
Maandag 20 januari 2025: Lezing “Vleuten, de Meern en Haarzuilens voor het eerst in beeld.” door Sander Wassing (ZAAL)
Vensters op de dorpen in de achttiende eeuw
De achttiende eeuw staat symbool voor achteruitgang en verval. De Gouden Eeuw van de Republiek der Nederlanden met haar onbegrensde mogelijkheden was voorbij. Toch was het ook de eeuw waarin verzamelaars de basis hebben gelegd voor alles wat vandaag de dag in onze nationale musea te zien is. Het is de eeuw van de topografische tekeningen, etsen en gravures. Vleuten, De Meern en Haarzuilens werden toen voor het eerst vereeuwigd in woord en beeld.
Kunstenaars gingen op zoek naar het roemruchte verleden van de Republiek en vonden dit in het Hollandse landschap, oude gebouwen en historisch belangrijke plaatsen. Ze zwermden, vaak onder de vleugels van een rijke mecenas, uit over het land en legden alles tekenend en beschrijvend vast. Ook de dorpen en heerlijkheden in de regio zijn bezocht en vastgelegd in onder andere het jaar 1744 door de Amsterdamse kunstenaar Hendrik Spilman. Het resultaat van een bezoek aan De Meern zien we hieronder. Ook Vleuten was een bezoek waard, zo lezen we in de Tegenwoordige Staat der Verenigde Nederlanden (1772): ‘De huizen zijn meestal van steen, waardoor het een fraai aanzien heeft. Ook ligt het rondom in vele luchtige boomgaarden. Wyders is dit dorp vermaard wegens het smaaklyke bier dat er gebrouwen wordt.’
Er was veel vraag naar de vruchten van deze tekenaars. Notabelen verzamelden gretig prenten, beschrijvingen en andere ‘rariteiten’ die uitingen waren van de Republiek zoals het eens was en in het verlengde daarvan, van Gods’ gemanifesteerde almacht. Welke beeldende en beschrijvende vensters op de dorpen zijn bewaard gebleven? Wat merkte men hier van de maatschappelijke turbulentie die eigen is aan de achttiende eeuw? Is wat we zien waarheidsgetrouw?
Deze vragen staan centraal gedurende de lezing door historisch onderzoeker Sander Wassing.
Datum: maandag 20 januari 2024, aanvang 20:00 uur, inloop vanaf 19:30 uur
Locatie: RoodNoot, Oude Vleutenseweg 35, Utrecht
Deelname € 5,00 leden Historische Vereniging gratis.
Tijdschrift HV september 2024
Het derde kwartaaltijdschrift van 2024 verschijnt binnenkort. Hierin interessante artikelen waaronder;
Door: Arthur van der Leij
Den Hoet en de Steene Camer
Graag neem ik de lezer mee naar de Vleutense Baan bij het laatste stoplicht voor Leidsche Rijn Centrum. Rechtsachter u is het hoofdgebouw van de Brandweer Utrecht te zien. U staat op een talud, waardoor u een stukje gras omringd door water kunt zien. Velen hebben gemeend het beeld van een eiland met grachtje te kunnen ontwaren. De meer historisch geïnteresseerde kijker denkt daarbij aan het restant van een ridderhofstad uit de middeleeuwen. De Historische Vereniging heeft hiernaar in 1992 archeologisch onderzoek gedaan onder leiding van Dr. D.W. Gravendeel zonder dat men hierover tot een conclusie kon komen. Enkele historische aspecten van Den Hoet kunnen van belang zijn.
Door: Jan Wingelaar
De aanleg van de nutsvoorzieningen (4) Vuilwaterafvoer
Betrouwbaar drinkwater was geregeld. Een even groot probleem voor de gezondheid was het afvalwater. In steden liepen goten door de straten waarop de (onze) viezigheid werd geloosd. Deze slokops, open riolen, stonden rechtstreeks in contact met de buitenlucht en waren op afstand te ruiken en vormden een bron van gezondheidsrisico’s en ergernis. Ziektes als diarree, dysenterie, difterie, cholera, hepatitis, pest en worminfecties konden zich eenvoudig verspreiden. Beerputten en septic tanks, die in dorpen en buitengebieden werden gebruikt, moesten met enige regelmaat worden leeggehaald. Bij goed werkende septic tanks was de frequentie aanzienlijk lager. Het afval werd gestort op vloeivelden of in sloten in de buitengebieden, het vocht zakte de bodem in of werd bij het bemalen van de poldersloten afgevoerd, de zware delen zonken en verrotten.
Door: Veronique Voorn-Verkleij
De voormalige gemeente Oudenrijn in oude foto’s en verhalen (9) Familie Van Veen aan de Heijcopperkade
Op een herfstige ochtend in juli heb ik afgesproken met de heren David Versloot en David van Veen die in de Broederschapshuisjes komen vertellen over de Heijcopperkade. Dat deze neven allebei David heten is niet verwonderlijk. “Als je bij ons vroeger in de familie Daaf riep, dan keken er vijf op,” aldus Daaf Versloot. Allemaal vernoemd naar opa David van Veen, stamhouder van de familie Van Veen aan de Heijcopperkade.
Door: Veronique Voorn-Verkleij
De Utrechtse streekdracht
n de beeldbank van de vereniging zijn nog veel familiefoto’s te vinden waarop boerinnen staan, gekleed in de Utrechtse streekdracht. Omdat deze dracht meestal al vóór de tweede wereldoorlog (of misschien juist door die oorlog) is verdwenen uit het straatbeeld, wil ik in dit artikel bekijken waaruit die dracht nu eigenlijk bestond.
Tijdschriften zijn verkrijgbaar in de Broederschapshuisjes, Dorpsstraat 1 te Vleuten tijdens openingstijden van ons documentatiecentrum/museum.
Groet uit Vleuten – De Meern en Haarzuilens
Fotoboek van Werry Crone
Met dit boek in de hand is het mogelijk om fietstochten in De Meern temaken langs de locaties die de revue passeren.
Een fietstocht begint (en eindigt) bij de Meernbrug. Een oude ansichtkaart toont een smalle doorgang naar de Meerndijk met het markante Café In ‘t Wapen van Gouda op de hoek en de kruidenierswinkel ertegenover.
Een andere fietstocht begint in Vieuten op het punt waar vroeger tol werd geheven. Aan het eind van de Haarrijnse Rading. Aan de zuidkant van het spoortracé vinden we de plek waar ooit Huys te Vieuten heeft gestaan.
Tijdschrift HV juni 2024
Het tweede kwartaaltijdschrift van 2024 verschijnt op 20 juni. Hierin interessante artikelen waaronder;
Door: Gedo en Veronique Voorn
Van Doorn Staalconstructie aan de Zandweg 25 De Meern
Aan de Zandweg 25 te De Meern (nu postcode Utrecht) is jarenlang een constructiebedrijf gevestigd geweest. Jan van Doorn, kleinzoon van de oprichter, vertelt met trots over dit familiebedrijf dat in een andere vorm op een andere plek nog steeds wordt voortgezet.
Door: Rens Wiegeraad
Sola scriptura (2)
In deel 1 lazen we een beknopte geschiedenis van de Reformatie (het ontstaan van de Hervormde Kerk), de Afscheiding (het ontstaan van de Gereformeerde Kerk) en de Doleantie (het ontstaan van de Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt) en hoe zich dat uitte in Vleuten-De Meern. Dit deel gaat concreet in op de schenking van de Statenbijbel door Bert de Rooij.
Door: Diny van der Leest
Toen en nu: de moestuin van kasteel De Haar
Ruim honderd jaar na de aanleg van de moestuin in het park van Kasteel De Haar, werd op 10 mei 2024 de nieuwe muurkas, tegen de fruitmuur aan de noordkant van de moestuin, officieel geopend. Het was een lang gekoesterde wens van de Stichting Moestuin de Haar. Hiermee wordt de historische relatie tussen de moestuin van nu en de moestuin van Kasteel De Haar teruggebracht.
Door: Jan H. Huiting
De voornamen van kinderen in Vleuten, De Meern, Haarzuilens en Veldhuizen tussen 1650 en 1900
“Tot de belangrijkste en persoonlijkste – en ook goedkoopste – geschenken die ouders hun kinderen voor het gehele leven kunnen meegeven, behoren de voornamen. Zij kunnen uit liefde of piëteit iemand vernoemen; zij kunnen een naam louter geven, omdat ze deze mooi vinden of omdat er een wens ten aanzien van de toekomst van het met vreugde ontvangen kind in verscholen ligt. Hoe dan ook, niemand staat er onverschillig tegenover, zeker niet de drager van de voornaam, omdat deze een nog persoonlijker bezit is dan zijn familienaam, die pas betrekkelijk laat de belangrijkste is geworden in het maatschappelijk verkeer”. Aldus Van der Schaar in zijn standaardwerk Woordenboek van voornamen. Het is wel aardig om eens te kijken naar de namen welke de mensen in onze omgeving hebben gedragen in een wat ver verleden, namelijk in de periode 1650-1900.
Tijdschriften zijn verkrijgbaar in de Broederschapshuisjes, Dorpsstraat 1 te Vleuten tijdens openingstijden van ons documentatiecentrum/museum.
In Memoriam erelid Prof. Dr. C. Isings
Op 6 september j.l. is helaas ons oudste erelid, professor dr. C. Isings, op 99-jarige leeftijd in haar woonplaats Soest, overleden. Clasina (roepnaam Ina) Isings was internationaal de meest vooraanstaande deskundige op het gebied van Romeins glas, een onderwerp waarop ze ook promoveerde. In een interview met de Volkskrant ter gelegenheid van haar 90-ste verjaardag vertelde ze dat ze per toeval op dit onderwerp kwam: “het museum Boymans in Rotterdam vroeg aan mijn hoogleraar of hij niet een student had die iets over Romeins glas kon schrijven. Ik wist van niks, want we hadden alleen maar Griekse kunst behandeld. Maar weet u, alle wetenschap begint bij nieuwsgierigheid.”
Als hoogleraar klassieke archeologie aan de Universiteit Utrecht, heeft professor Isings talloze archeologen opgeleid, zoals de huidige stadsarcheologen Erik Graafstal en Herre Wynia. Zij inspireerde hen om zoveel als mogelijk van de Romeinse Limes terug te vinden. Erelid van onze vereniging werd professor Isings in 1985 vanwege haar enorme verdiensten bij de opgravingen onder en nabij het huidige Castellum Hoge Woerd. Zo heeft zij het Romeinse Badhuis “herontdekt”, dat nu zichtbaar is voor de ingang van het Castellum Hoge Woerd. In 1984 schreef zij hierover een artikel in ons tijdschrift. Tijdens een bezoek vorig jaar aan Castellum Hoge Woerd vertelde zij hierover aan de VAR: “Mijn voorganger vond in 1940 de muren van het Romeinse Badhuis. Hij was bang dat hij door de Duitse bezetter zou worden opgepakt en dus deed hij te vlug en met te grote passen opmetingen. De boel werd daarna snel weer dichtgegooid. Toen ik in 1957 opnieuw ging kijken, kon ik het Romeinse Badhuis niet meer vinden. Pas in 1973, met nieuwe technieken, konden we het terugvinden.”
In 1984 organiseerde de Historische Vereniging, in samenwerking met professor Isings een grote overzichtstentoonstelling “150 jaar graven naar een Romeins Castellum in De Meern” in het Vereenigingsgebouw in De Meern. Deze grote tentoonstelling die ook landelijk en zelfs internationaal, belangstelling trok ging gepaard met een speciale uitgave van ons tijdschrift.
In ons tijdschrift van juni 2006 vertelt Ina Isings tegen ons toenmalig redactielid Diny van der Leest over de opgravingen op de huidige plek van het Castellum Hoge Woerd: “Ik kende sinds 1972 Paul de Rooij (toenmalig bestuurslid) die ons zijn graafmachines met machinist uitleende. De Historische Vereniging heeft goede en enthousiaste mensen. Ik heb veel genoegen beleefd aan de goede samenwerking met de vereniging. Toen alle studenten rond kerst vertrokken waren, bleven de vrijwilligers van de Historische Vereniging mee helpen. En bovendien kregen we van hen koffie met kerstbrood.”
Naast hoogleraar was Ina Isings ook jarenlang de conservator van de zogenaamde PUG-collectie (Provinciaal Utrechts Genootschap van Kunsten en Wetenschappen). Een collectie van meer dan 51.000 objecten die in en rond Utrecht waren opgegraven. Herre Wynia vertelde hierover in de NRC: “Op een keer mocht ik met haar mee naar een enorme, lekkende, onverwarmde, ruimte in de Fundatie van Renswoude (naast het Centraal Museum), waar al die duizenden Romeinse kleinoden bij elkaar stonden. Ina was al jaren manmoedig bezig om die in kaart te brengen.” De determinatie van al die scherven en andere Romeinse objecten werd ook gedaan door haar studenten. “Dan nam ze een zak met scherven mee en die mochten wij dan gaan determineren.” Die vorm van werken door Ina Isings en haar plezier in het geven van lezingen en rondleidingen hierover voor scholen, was voor de Historische Vereniging de inspiratie om het project “De Graaf Junior” op te zetten, uitgevoerd door onze vrijwilliger Jan Bosman.
Op 11 september 2009? kreeg ze vanwege haar al haar verdienste op het gebied van archeologische opgravingen en het behoud van het historisch erfgoed in en rondom Utrecht, de zilveren stadspenning van de gemeente Utrecht.
De Historische Vereniging zal deze inspirator voor ons werk, deze sterke, altijd vrolijke en optimistische vrouw die tot het laatst toe geïnteresseerd bleef in archeologische ontdekkingen in ons gebied – zeer missen.